Het eerste gemeentelijk afwegingskader goede ruimtelijke ordening dateert van 16 december 2019. Sindsdien worden de principes uniform toegepast in alle omgevingsvergunningsaanvragen. Het afwegingskader wordt jaarlijks geüpdatet, aangevuld en gevalideerd door de gemeenteraad.
Het afwegingskader concretiseert een aantal van de aandachtspunten en criteria van ‘een goede ruimtelijke ordening’ volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), artikel 4.3.1. §2, 1° en is in het bijzonder gericht op het streven naar ruimtelijke kwaliteit in uitvoering van de VCRO artikel 1.1.4. Het afwegingskader heeft geen betrekking op beleidsmatig gewenste ontwikkelingen (VCRO art. 4.3.1.§2.2°.a)).
Het begrip ‘goede ruimtelijke ordening’ omvat aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf; maar evenzeer op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen.
De rode draad van het afwegingskader goede ruimtelijke ordening is een sober straatbeeld met beplanting als verbindend element, ruimte vrijwaren voor waterretentie, alsook voorwaarden om de effectiviteit ervan te garanderen, een minimum aan hoogstammig groen op iedere huiskavel, het behouden van bos in woongebieden en het vermijden van hinder afkomstig van technische installaties.
Het afwegingskader werd opgesteld met het oog op meer transparantie en voorspelbaarheid. Bouwheren en -dames, architecten en projectontwikkelaars weten van in de ontwerpfase waaraan hun project wordt getoetst. Ook zij die een aankoop overwegen weten vooraf of hun wensen haalbaar zijn.
Het afwegingskader treedt niet in de plaats van stedenbouwkundige voorschriften van ruimtelijke uitvoeringsplannen, bijzonder plannen van aanleg en niet-vervallen verkavelingen in de mate dat deze voorschriften volledig gevolgd worden. Het vormt enkel een aanvulling op de voorschriften voor de aspecten die niet geregeld zijn in een plan.
Het afwegingskader komt wel in de plaats van de stedenbouwkundige voorschriften van een plan wanneer de bouwheer ervan afwijkt. De juridische basis voor de afwijking speelt daarbij geen rol. Dus ook bij verkavelingen ouder dan 15 jaar, waarvan de voorschriften geen weigeringsgrond meer zijn en er ruimer kan afgeweken worden dan de zogenaamde ‘beperkte afwijking’ (VCRO art. 4.4.1.§1), wordt het afwegingskader onverkort toegepast.
Het afwegingskader behandelt volgende thema’s:
Inrichting van de huiskavel
- hoogstammig groen
- terreinbezettingsgraad
- strikt noodzakelijke toegang
- afsluiting voortuinen en tuinen palend aan een trage weg
- bouwen in tweede bouwzone
- hemelwaterretentie
- bos
- grondoverschot
- werfinrichting
- mobiliteit bij meergezinswoningen
Publiciteitsinrichtingen
Technische installaties
- warmtepomp
- afvoerkanalen
- antennes
Om een vlotte dossierafhandeling mogelijk te maken is het aangewezen om de aspecten die betrekking hebben op een specifieke aanvraag toe te lichten in de beschrijvende nota (addendum B26).